Vastgoed via uw BV

Bij successieplanning is het steeds DE vraag of het onroerend goed (woning) dat op naam van de BV werd aangekocht al dan niet moet worden uitgebracht.


Is het antwoord ja, dan moet men zich de vraag stellen hoe men dit het fiscaal voordeligst kan realiseren. Dit is niet altijd evident aangezien er voor dergelijke onttrekking verschillende rechten van toepassing kunnen zijn en dit op grond van verschillende wijzen van inbreng en uitbreng. Het gaat (in Vlaanderen) namelijk over de volgende rechten:

  • Vast recht van 50 EUR;
  • Verdeelrecht van 2,5%;
  • Verkooprecht van 12%


Onder normale omstandigheden wordt, o.b.v. de ‘verkoopfictie’, de transactie belast tegen het verkooprecht (m.a.w. het minst voordelige scenario). Wil u de voordelige tarieven (i.e. 50 EUR of 2,5%) kunnen toepassen dan moet aan de hieronder vermelde voorwaarden voldaan zijn:

  1. De “historische aandeelhouder regeling”: indien de aandeelhouder het onroerend goed zelf in de BV heeft ingebracht of reeds aandeelhouder was op het moment dat de BV het onroerend goed verkregen heeft door het verkooprecht te betalen van 12,5%, dan zal de verkrijging in hoofde van deze aandeelhouder belast worden volgens haar gemeenrechtelijke aard. Bijgevolg kan de toepassing van deze uitzondering aanleiding geven tot de heffing van het verkooprecht, maar bijvoorbeeld ook tot de heffing van het verdeelrecht (2,5 %) of het algemeen vast recht (50 euro). In dit geval moet er dus een analyse worden gemaakt of de aandeelhouder(s) toch kan (kunnen) ontsnappen aan het betalen van het verkooprecht.
  2. De “wachtregeling”: wanneer de BV overgaat tot de terugbetaling van de inbreng in natura, in ons geval een onroerend goed, aan haar aandeelhouders in verhouding tot hun aandelenbezit, is op deze terugbetaling louter het algemeen vast recht verschuldigd (50 EUR). Nadien, wanneer het onroerend goed toebedeeld wordt aan één aandeelhouder is het verkooprecht verschuldigd tenzij er toepassing gemaakt kan worden van de “historische aandeelhouder regeling” (zie onderaan).
  3. De “wachtregeling-bis”: Dit is van toepassing indien een BV tijdens haar bestaan overgaat tot een kapitaalvermindering. De aandeelhouders van deze BV kunnen ook van de wachtregeling gebruik maken.


Successieplanning


Op het eerste gezicht lijkt de oplossing eenvoudig.
Erfgenamen en legatarissen kunnen historische vennoot worden op voorwaarde dat 1) de vennoot de inbreng in de BV deed of 2) de vennoot die reeds vennoot was van de BV toen die het onroerend goed verwierf. Indien één voorwaarden vervuld is dan kunnen de erfgenamen of legatarissen die de plaats van hun rechtsvoorganger (overleden historisch vennoot) hebben ingenomen, historisch vennoot worden van de vennootschap op voorwaarde dat dit gebeurt vóór de toebedeling van de onroerende goederen.


Heeft de rechtsvoorganger zijn aandelenbezit in de BV onder levenden overgedragen (schenking) aan zijn erfgenamen, dan kunnen die erfgenamen het statuut van historisch vennoot niet verderzetten.

Zoals hierboven reeds aangehaald is het niet mogelijk om als erfgenaam historisch vennoot te worden indien de erflater tijdens zijn leven alle aandelen aan de erfgenamen heeft weggeschonken. De vraag stelt zich dus of het wel mogelijk is om historisch vennoot te worden indien een deel van de aandelen tijdens het leven van de historische vennoot werd geschonken en het andere deel werd geërfd door de erfgenamen? Het antwoord hierop is ja.


Het is dus perfect mogelijk om zowel een deel van de aandelen te schenken en een andere deel na te laten via een erfenis (met of zonder testament is niet relevant). De reden om over te gaan tot het schenken van aandelen is omwille van het feit dat er in principe aan een voordeliger tarief wordt belast bij een schenking dan bij een erfenis.


Conclusie


De aandeelhouder van een BV met vastgoed die tegelijkertijd een historisch vennoot is, kan het statuut historisch vennoot doorgeven aan zijn erfgenamen. Hij mag nooit alle aandelen van de BV schenken aan zijn erfgenamen. Hij moet ervoor zorgen dat deze erfgenamen ook een deel van de aandelen van hem kunnen erven. Een schenking is meestal het fiscaal voordeligste pad, waardoor het aangeraden is om een groot deel van het aandelenpakket voor het overlijden te schenken. Dit kan op een gecontroleerde wijze gebeuren (door het inschrijven van de gepaste voorwaarden in de schenkingsakte, aanbrengen van de gepaste clausules in de statuten van de BV, ...), zodat er in de praktijk geen al te grote veranderingen in de BV gebeuren.


Het betreft helaas niet altijd een zwart-wit verhaal, dus aarzel niet om ons te contacteren indien u hieromtrent vragen heeft.

Contact

DTL BV

Medelaar 44A

2980 Zoersel (België)

+32 (0)495 76 98 36

yannick@d-tl.be

BTW BE 0769 709 549

Copyright © Alle rechten voorbehouden